Met de aankoop van een AED-toestel (automatisch externe defibrillator) volgt onze club de heersende tendens om elke sportclub minstens van een defibrillator te voorzien.
Er hangt een defibrillator in de inkomhal van het Sportcomplex VELDMEERS, Leeweg 25, 9270 Laarne . Daarmee geeft onze club het goede voorbeeld aan veel andere sportclubs. Zeker als je beseft dat gemiddeld per week 300 mensen onze club bezoeken. Maar uiteindelijk hopen we dat dit toestel nooit moet gebruikt worden.
(Lifepak CRPLUS – MEDTRONIC , Serienummer : 38661136, REGAED : 2035)
Waarom een AED?
Sporten is gezond en heel wat sporters hebben een gezond hart. Maar wat als het misloopt, wat als een sporter of toeschouwer een hartstilstand krijgt? Dan alarmeert u uiteraard de hulpdiensten. Maar die zijn jammer genoeg niet meteen ter plaatse. En dat terwijl de eerste minuten na een hartstilstand van levensbelang zijn.
Onderzoek heeft uitgewezen dat het slachtoffer een overlevingskans heeft tot 60% bij een reanimatie met AED binnen de eerste 6 minuten na een hartstilstand. Dat is ruim hoger dan wanneer alleen gereanimeerd wordt. Daarbij is tijd essentieel. Een slachtoffer dat geen hulp krijgt binnen de eerste 6 minuten na de hartaanval, loopt onomkeerbare hersenschade op en heeft slechts een kleine kans om te overleven. De hulpdiensten doen er meestal 8 minuten over om ter plaatse te komen, de eerste hulp moet dus komen van omstaanders. Per minuut dat de schok later gegeven wordt, daalt de overlevingskans met 10%.
Wat te doen bij een hartstilstand?
Onderstaand stappenplan is eenvoudig maar absoluut noodzakelijk om een mensenleven te redden.
Een automatisch externe defibrillator of AED is een draagbaar toestel dat een elektrische schok aan het hart toedient bij levensbedreigende hartritmestoornissen. De AED analyseert het hartritme van het slachtoffer en bepaalt automatisch of een stroomstoot het slachtoffer kan helpen. Het AED-toestel geeft gesproken instructies. Het leidt de hulpverlener door de reanimatie tot professionele hulpverleners het van hem overnemen.
Hoe werkt een AED?
Een AED is heel eenvoudig te bedienen. De meeste toestellen hebben maar één of twee knoppen: één om het toestel aan te zetten en een tweede om een elektrische schok toe te dienen. Zodra de AED geactiveerd is, stuurt de adviesstem de hulpverlening. De eerste adviezen zijn altijd: ‘Alarmeer de hulpdiensten’ en ‘Ontbloot de borstkas van het slachtoffer’. Zodra de borstkas van het slachtoffer ontbloot is, brengt de eerstehulpverlener de twee zelfklevende elektroden van het AED-toestel aan. De AED vraagt om het slachtoffer niet meer aan te raken en begint met een automatische analyse van het hartritme. Als de AED levensbedreigende hartritmestoornissen vaststelt, zal hij een stroomstoot door het hart toedienen. Dit wordt ook defibrilleren genoemd. Bij sommige AED-toestellen moet de hulpverlener dit zelf doen door op een knop te drukken. Een snelle stroomstoot kan het normale ritme van het hart herstellen, zodat het bloed weer door het lichaam gepompt kan worden. Zo wordt hersenschade bij het slachtoffer voorkomen.